1. de bezichtiging
Dutch word "zwiedzanie"(de bezichtiging) occurs in sets:
van, uit, met - z2. bezienswaardigheden bekijken
3. bezichtigen
Ik ben van plan om aanstaande week Londen te bezichtigen.
Het is onmogelijk om Rome in één dag te bezichtigen.
Dutch word "zwiedzanie"(bezichtigen) occurs in sets:
Pierwsze noworoczne fiszki