Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

ratować in Dutch:

1. redden redden


Hij kwam mij redden.
Wij redden ons.
Wij redden levens van duizenden mensen.
Alleen kalmte kan u redden, zei de zenuwpees.
Kalmte zal je redden.
Hij heeft zijn leven gegeven om haar te redden.
Hij had medelijden en hielp mij, mij eruit te redden.

Dutch word "ratować"(redden) occurs in sets:

500 czasowników po niderlandzku 201 - 250