Polish Dutch Dictionary
- 
należeć in Dutch:
1. behoren
Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.
Dutch word "należeć"(behoren) occurs in sets:
Wiki Eindhoven Geschiedenis 1related words
polecać in Dutchopowiadać in Dutch
rozumieć in Dutch
decydować in Dutch
chcieć in Dutch
zawierać in Dutch
zamawiać in Dutch
other words beginning with "N"
nalewać in Dutchnaleśnik in Dutch
naleśniki in Dutch
namiot in Dutch
napaść in Dutch
napiwek in Dutch
należeć in other dictionaries
należeć in Arabicnależeć in Czech
należeć in German
należeć in English
należeć in Spanish
należeć in French
należeć in Hindi
należeć in Indonesian
należeć in Italian
należeć Georgian
należeć in Lithuanian
należeć in Norwegian
należeć in Portuguese
należeć in Romanian
należeć in Russian
należeć in Slovak
należeć in Swedish
należeć in Turkish
należeć in Vietnamese
należeć in Chinese
