Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

konieczny in Dutch:

1. noodzakelijk


Het is noodzakelijk dat iedereen zich aan deze regels houdt.
De bergen zijn niet noodzakelijk groen.
Ik zal de maatregelen nemen die mij noodzakelijk lijken.
Handwerk is noodzakelijk in dit bedrijf.

2. nodig


Dankzij het gebruik van Esperanto worden de tijd, die nodig is voor het vertalen, en de benodigde ruimte op het internet bijna tot een drieduizendste gereduceerd.
O jeetje... zuchtte Al Sayib. "Nou, hoeveel heb je nodig? Er staat iets van 10 mille op mijn offshore rekening te staan."
nodig hebben
Werk en vermaak zijn beide nodig voor de gezondheid; het ene geeft ons rust, het andere geeft energie.
Goede vrienden herkent men aan het feit dat ze er altijd zijn wanneer je ze nodig hebt.
De volgende dag riep de dove, terwijl hij de binnenplaats over rende, naar haar: "Als u iets nodig heeft, moedertje, neemt u het maar!"
Als u de zussen Orleanu ontmoet, nodig ze dan uit voor Ruxandra's verjaardag. En vergeet hun broer niet.
Als een kind alles heeft wat het wil, ontbreekt het hem aan wat hij nodig heeft.
Er zijn drie soorten onwetendheid: niets weten, slecht weten en niet datgene weten, wat nodig is te weten.
Het soort informatie dat ge nodig hebt, is niet altijd beschikbaar.
Vroeger wist ik niet waar de eeuwigheid goed voor was. Maar ze is nodig om ons tenminste enige kans te geven om Duits te leren.
Je moet nodig de plantjes water geven, sommige hangen helemaal slap.
99 kopeke, verklaarde Dima trots. "Ik heb 99 kopeke nodig."
Voor Esperanto zijn communicatiemiddelen zelfs nog meer nodig, omdat esperantisten zeer verspreid over de hele wereld wonen.
Op onze website, http://www.example.com, staat alle informatie die je nodig hebt.

Dutch word "konieczny"(nodig) occurs in sets:

test 5-6 dział

3. vereist


Het plan vereist een grote som geld.
Voor de studie van Kunst is een uitstekend beoordelingsvermogen vereist.