Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

źródło in Dutch:

1. bron bron


Het water uit die bron is drinkbaar.
Op een dag, toen ze bij die bron was, kwam een arme vrouw naar haar, en vroeg haar om haar te drinken te geven.

2. oorsprong oorsprong


Wat is de oorsprong van de Olympische Spelen?
Door zijn oorsprong heeft het Canadees Engels eigenschappen van het Amerikaans en van het Brits Engels.

3. de bron de bron


de bron van inkomsten

Dutch word "źródło"(de bron) occurs in sets:

NOS2016 Eigen Risico