French Dutch Dictionary

Français - Nederlands, Vlaams

occuper in Dutch:

1. bezitten


Nieuwsgierigheid is niets anders dan ijdelheid. Vaker wel dan niet wil men kennis bezitten om erover op te scheppen.
In zee te zwemmen betekent niet de zee te bezitten.

2. bezighouden


Wiskunde is het deel van de wetenschap waarmee je je nog steeds zou kunnen bezighouden als je 's morgens wakker zou worden en zou merken dat het heelal er niet meer is.

Dutch word "occuper"(bezighouden) occurs in sets:

frans voca a hoofdstuk 2