French Dutch Dictionary

Français - Nederlands, Vlaams

l'europe in Dutch:

1. Europa


Het merendeel van de mensen die met een vork eten, woont in Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika; mensen die met stokjes eten, wonen in Afrika, in het Nabije Oosten, in Indonesië en in India.
Zijn er in Europa veel mensen die zelfs nu in geesten geloven?
Veel studenten gaan naar Europa om muziek te studeren.
Volgende week reis ik naar Europa.
Hij zwerft al maanden door Europa.
Morgen komen er twee jonge esperantisten uit Europa.
Er waart een spook rond door Europa - het spook van het communisme.
Tussen Europa en Azië ligt geen zee.
In zijn essay "Esperanto: een Europese of een Aziatische taal" toonde Claude Piron de gelijkenis aan tussen het Esperanto en het Chinees, en ontkrachtte zo het denkbeeld dat het Esperanto enkel een op Europa gerichte taal zou zijn.
Alle ontwikkelde Amerikanen zullen vroeg of laat Europa bezoeken.
Je bent nog nooit in Europa geweest, toch?
Ik ben alleen even naar het vliegveld geweest om een vriend die naar Europa ging uit te zwaaien.
Waar je ook kijkt in Europa, de zigeuners hebben het overal zwaar te verduren.
Meer en meer landen in Europa weten zich geen raad met de groeiende stroom immigranten.
Ze ging naar Europa langs de Verenigde Staten.