French Dutch Dictionary

Français - Nederlands, Vlaams

choisir in Dutch:

1. kiezen kiezen


U kunt kiezen welke je wilt.
Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.
Dichters kiezen de beste woorden.
Wie moet, heeft niet te kiezen.
In de keuzelijst kan je een thema/categorie kiezen en daarna verschijnt een lijst met zinnen die verband houden met dat thema, die categorie.
Wie zal ik kiezen?

Dutch word "choisir"(kiezen) occurs in sets:

Frans H3, Bron E
frans voca e
H3 vocaE nl-fr

2. uitzoeken uitzoeken



Dutch word "choisir"(uitzoeken) occurs in sets:

TAALDORP frans op de markt
op de markt - au marché
frans taaldorp antwoorden ne-fr