Spanish Dutch Dictionary

español - Nederlands, Vlaams

puesto in Dutch:

1. post post


De post is hier dichtbij.
Hij droeg het pak naar de post.
Vergeet niet de brief op de post te doen.
De post wordt bezorgd voor de middag.
De secretaresse opende de post welke die ochtend geleverd was.
Was er post voor mij?
Wat is het probleem, als ik om het kwartier mijn elektronische post controleer?

2. kraam kraam



3. gezet gezet


Poetin zei dat terroristen "in de plee in de week gezet" moeten worden.
Hij werd gevangen gezet.

Dutch word "puesto"(gezet) occurs in sets:

Spaans Hoofdstuk 3 en 4