Spanish Dutch Dictionary

español - Nederlands, Vlaams

juego in Dutch:

1. spel spel


Het spel begeesterde veel mensen.
Om negen uur was het spel afgelopen.
Ik wil mijn leven niet op het spel zetten.
Laat mij het spel eens proberen alstublieft.
Niet om de knikkers, maar om het spel.
Ondanks de regen werd het spel niet afgelast.
Wanneer begint het spel?
Het spel werd spannend.
Het was afgesproken spel.
Metroid Prime 3: Corruption is een spel van Nintendo dat exclusief voor de Wii verkocht wordt.
Ik weet dat dit allemaal maar een spel is.
Hij staat erop nog een spel te spelen.
Het spel begint om twee uur morgennamiddag.
Laat het spel beginnen!
Hoe spel je je naam?

2. het gokken het gokken