Spanish Dutch Dictionary

español - Nederlands, Vlaams

estuche in Dutch:

1. zaak zaak


John heeft dit bedrijf verlaten en is zijn eigen zaak begonnen.
Geduld is een schone zaak.
Hij werd beschuldigd van liegen over die zaak.
Zijn leugen maakte de zaak ingewikkeld.
Hij besprak de zaak niet, hij sprak er alleen maar over.
Wat denkt ge over deze zaak?
De zaak wordt gesloten.
Nu ik u ken, wordt de zaak heel anders.
Hij was met plezier bereid om te antwoorden op onze vragen in verband met de zaak.
Ik hoop dat hij de zaak ooit zal begrijpen.
Ik veronderstel dat de zaak er anders uit ziet als ge erover denkt op de lange termijn.
Liefde is blind uit de grond der zaak.
Het hoogste gerechtshof heeft over de zaak beslist.
Eerlijk gezegd ging deze zaak haar helemaal niets aan.
Nu zal ik zijn zaak overnemen.