English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

twenty in Dutch:

1. twintig twintig


Ik ben twintig geworden.
Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
Twintig minuten waren er nodig om te voet van het station naar de school te gaan.
Al twintig jaar wacht ik op een echt geschikte en betaalbare elektrische auto.
Vier maal vijf is twintig.
Jongeren tussen tien en twintig zijn Gods straf voor seks.
Twintig families leven hier.
Meer dan twintig jongens gingen erheen.
Hoe laat is het nu? "Drie uur twintig."
Nadat hij ditmaal twintig seconden lang naar een Arabisch liedje had geluisterd - want als hij tien seconden lang had geluisterd, zou dit een dubbele zin zijn - hoorde Dima eindelijk een bekende stem zeggen: "As-salamoe aleikoem!"
Hij schreef het boek op de leeftijd van twintig jaar.
Die winkel heeft twintig bediendes in dienst.
Er waren vorige maand in de stad twintig geboortes meer dan overlijdens.
De man smeekte om genade, maar werd veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf voor zijn misdaad.
In haar twintig eerste levensjaren werd ze dikwijls voor een jongen gehouden.

Dutch word "twenty"(twintig) occurs in sets:

Getallen in het Engels
Welkom (1) - Czytanka
Getalen - Numbers
25. Numbers 1
engels cijfers