Toggle navigation
Create account
Sign in
Create flashcards
Courses
English Dutch Dictionary
P
poor
English Dutch Dictionary
-
poor
in Dutch:
1.
arm
Ik zag hen arm in arm lopen.
Hij is heel zijn leven arm geweest.
Ik help graag arme mensen
Om een goede advocaat in de arm te nemen? vroeg Al-Sayib.
Arm zijn is geen schande.
Hij is arm, maar eerlijk.
De wonde in de arm liet een litteken na.
Hij was erg arm.
Hij werd zo arm geboren dat hij nauwelijks naar school geweest is.
Ik kom uit een arme familie.
Omdat al zijn vrienden ook arm waren.
Wie arm is, heeft kinderen genoeg.
De politieman greep de man bij de arm.
Ze mogen dan arm zijn, maar zijn rijk van geest.
Ik denk niet dat arm zijn iets is om je voor te schamen.
Dutch word "poor"(arm) occurs in sets:
De populairste Engelse woorden 451 - 500
Most common Dutch words 901 - 950
Top 300 adjectives in Dutch 1-50
2000 Most Used Dutch Words (1/2)
Engels hoofdstuk 6
related words
happy in Dutch
close in Dutch
wide in Dutch
short in Dutch
fine in Dutch
dead in Dutch
simple in Dutch
left in Dutch
cold in Dutch
other words beginning with "P"
pond in Dutch
ponytail in Dutch
pool in Dutch
popular in Dutch
population in Dutch
porch in Dutch
poor in other dictionaries
poor in Arabic
poor in Czech
poor in German
poor in Spanish
poor in French
poor in Hindi
poor in Indonesian
poor in Italian
poor Georgian
poor in Lithuanian
poor in Norwegian
poor in Polish
poor in Portuguese
poor in Romanian
poor in Russian
poor in Slovak
poor in Swedish
poor in Turkish
poor in Vietnamese
poor in Chinese
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
Y
Z
×
Log in
Log in
Sign in
Login or Email
Password
Sign in
Forgot your password?
Don't have an account?
Log in
Log in
Create account
Get Started with this Free Course!
No Cost. No Obligation. No Spam.
Your email address
Create account
Already have an account?
I accept the
terms
and
privacy policy