English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

may in Dutch:

1. mogen mogen


Mogen we bij jou overnachten?
/ mag/ mog(en)/ h. gemogen
Ge zoudt niet te veel snoep mogen eten.
We mogen niet toelaten dat deze problemen het project beïnvloeden.
We denken dat er geen oorlogen meer mogen zijn.
Zou ik je telefoon mogen gebruiken?
Het is mij een eer u te mogen ontmoeten.
Mogen we rolschaatsen in dit park?
Enkel diegenen die het risico nemen om te ver te gaan, weten tot hoever ze mogen gaan.
Het spijt mij, maar deze informatie mogen we niet prijsgeven.
Ze mogen dan arm zijn, maar zijn rijk van geest.

Dutch word "may"(mogen) occurs in sets:

2000 Most Used Dutch Words (1/2)
Werkwoorden op frekwentie

2. mei mei


Zijn verjaardag is op vijf mei.
In mei leggen alle vogeltjes een ei.
Ik kom op 23 mei.

Dutch word "may"(mei) occurs in sets:

Lesson 10 - weekdays + months + seasons
Dutch week 17