English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

from in Dutch:

1. vanuit vanuit


Hij vertrok vanuit Narita naar Parijs.
vanuit Spanje
Het lijkt onmogelijk te zijn om een obsessieve neurose van een intense liefde te onderscheiden vanuit een biochemisch perspectief.
Ik ben naar Japan gekomen vanuit China.
Vanuit de verte bekeken zien de meeste dingen er mooi uit.
Het schip vervoert grondstoffen vanuit Indonesië.
Hij belde me vanuit Tokyo.
Van onder de witte, ruige wenkbrauwen, vanuit de diepe oogkassen, kijkt een paar goedige, schalkse ogen.
Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.
Vanuit dit oogpunt, zouden we moeten zeggen dat hij gelijk had.

Dutch word "from"(vanuit) occurs in sets:

Het Weer - Pogoda
2000 Most Used Dutch Words (1/2)