English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

floor in Dutch:

1. de verdieping de verdieping



Dutch word "floor"(de verdieping) occurs in sets:

Meble, sprzęty, dom cz.1

2. vloer vloer


De olie maakte de vloer glad en veroorzaakte zijn plotse val.
Hij stond op de vloer.
In de kamer staan bedden, vastgeschroefd aan de vloer. Daarop zitten en liggen mensen in blauwe ziekenhuiskleding en net als vroeger met mutsjes op. Dat zijn de gekken.
Ik poetste de vloer en het meubilair op.
Het lijkt er op dat de kinderen op de vloer zullen moeten slapen.
Op de vloer ligt een dik tapijt.

Dutch word "floor"(vloer) occurs in sets:

engels h3 studybox 1

3. verdieping verdieping


Mijn appartement is op de tweede verdieping.
Hij woont een verdieping boven mij.
Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.
In 1912 stierf de Oostenrijkse kleermaker Franz Reichelt toen hij vanaf de eerste verdieping van de Eiffeltoren sprong om zijn nieuwe uitvinding te testen, de parachutemantel, die niet werkte...
Nadat ik mijn sleutel gevraagd had bij de receptie ging ik met de lift naar mijn verdieping.
Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.
Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.
Op welke verdieping woont ge?