English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

evil in Dutch:

1. kwaad kwaad


Ben je kwaad vanwege wat ik gezegd heb?
Hij werd kwaad.
Met hoge heren is het kwaad kersen eten.
Alstublieft word niet kwaad als ik kritiek heb.
Ze werd kwaad toen haar man dronken thuis kwam.
Zeg mij a.u.b. waarom ze kwaad werd.
Hij heeft tegen mij gelogen, daarom ben ik kwaad op hem.
Je moet niet kwaad spreken over andere jongens in zijn klas.
Ik heb geen enkel idee waarom zij zo kwaad geworden is.
Als ze hier zonder man en zonder kennissen is, dacht Goerov, dan zou het geen kwaad kunnen om met haar kennis te maken.
We hebben het werk gedaan zo goed en zo kwaad als het ging.
De leerkracht was heel kwaad, en stuurde Johnny uit de klas.
Hij is erg aardig. Hij spreekt nooit kwaad over anderen.
Geld is de wortel van alle kwaad.
Een onontkoombaar kwaad.

Dutch word "evil"(kwaad) occurs in sets:

2000 Most Used Dutch Words (1/2)
FU NL-EN 81-90

2. slecht slecht


De laatste tijd slaap ik erg slecht.
Hij ziet slecht.
Het is slecht weer. Het is koud en het regent.
Roken is slecht voor de gezondheid.
Een kind wordt niet slecht door kattenkwaad, maar door een slechte vriend.
Er zijn drie soorten onwetendheid: niets weten, slecht weten en niet datgene weten, wat nodig is te weten.
Jessie sprak slecht Frans en nog slechter Duits.
De mensen zijn slecht, ze denken alleen aan zichzelf; alleen ik denk aan mij.
Ik weet niet waarom ik slecht gezind ben deze morgen.
Slaapt ge slecht?
Met onwillige honden is het slecht hazen vangen.
Haar luiheid was een slecht teken voor de toekomst.
Anderen bedriegen is slecht, maar jezelf bedriegen is nog veel slechter.
Bij slecht weer is het gevaarlijk op de bergen te gaan klimmen.
In het koetsje zat een heer, niet knap, maar ook niet slecht van uiterlijk, niet al te dik, niet al te dun; oud kon hij niet genoemd worden, maar hij was ook niet al te jong.

Dutch word "evil"(slecht) occurs in sets:

Engels, h5, s2 & s5

3. kwaadaardig kwaadaardig



4. het kwaad het kwaad



Dutch word "evil"(het kwaad) occurs in sets:

De populairste Engelse woorden 901 - 950