Toggle navigation
Create account
Sign in
Create flashcards
Courses
English Dutch Dictionary
C
cat
English Dutch Dictionary
-
cat
in Dutch:
1.
kat
Mijn kat heeft zonnebrand.
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
De muis komt niet zelf naar de kat.
Zij leven met elkaar als kat en hond.
Maak geen slapende kat wakker.
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".
Een tijger is groter en sterker dan een kat.
Observeer uw kat en ge zult ze leren kennen.
Ze zijn kat en hond voor elkaar.
De kat heeft graag vis, maar maakt niet graag zijn poten nat.
Een kat in benauwdheid maakt rare sprongen.
Mijn kanarie is door een kat gedood.
Wie zal dan voor uw kat zorgen?
Een kat komt altijd op z'n pootjes terecht.
Ik hoor een kat aan het venster krabben.
Dutch word "cat"(kat) occurs in sets:
2 - Nederlands in gang A2
Engels 1 September 2015
Dieren in het Engels
Huisdieren in het Engels
engels leren
2.
de kat
Dutch word "cat"(de kat) occurs in sets:
De populairste Engelse woorden 951 - 1000
in gesprek vaste combinaties
Things - Voorwerpen
Voorwerpen - Things
related words
dog in Dutch
bird in Dutch
answer in Dutch
friend in Dutch
other words beginning with "C"
castle in Dutch
casual in Dutch
casualty in Dutch
catch in Dutch
cathedral in Dutch
cattle in Dutch
cat in other dictionaries
cat in Arabic
cat in Czech
cat in German
cat in Spanish
cat in French
cat in Hindi
cat in Indonesian
cat in Italian
cat Georgian
cat in Lithuanian
cat in Norwegian
cat in Polish
cat in Portuguese
cat in Romanian
cat in Russian
cat in Slovak
cat in Swedish
cat in Turkish
cat in Vietnamese
cat in Chinese
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
Y
Z
×
Log in
Log in
Sign in
Login or Email
Password
Sign in
Forgot your password?
Don't have an account?
Log in
Log in
Create account
Get Started with this Free Course!
No Cost. No Obligation. No Spam.
Your email address
Create account
Already have an account?
I accept the
terms
and
privacy policy