English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

adjust in Dutch:

1. afstellen afstellen



Dutch word "adjust"(afstellen) occurs in sets:

4 mavo hoofdstuk 3 1

2. verstellen


Zijn moeder stelde voor om de versleten broek te verstellen, maar hij vond die gaten op zijn knieën wel cool.
Als je niet met je voeten bij de grond kunt, moet je het zadel verstellen, want dan staat het te hoog.

Dutch word "adjust"(verstellen) occurs in sets:

35. Travelling (2)

related words

approach in Dutch
attitude in Dutch
notice in Dutch
button in Dutch
honest in Dutch
manual in Dutch

other words beginning with "A"

addition in Dutch
address in Dutch
adjective in Dutch
admire in Dutch
admit in Dutch
adolescence in Dutch

adjust in other dictionaries

adjust in Arabic
adjust in Czech
adjust in German
adjust in Spanish
adjust in French
adjust in Hindi
adjust in Indonesian
adjust in Italian
adjust Georgian
adjust in Lithuanian
adjust in Norwegian
adjust in Polish
adjust in Portuguese
adjust in Romanian
adjust in Russian
adjust in Slovak
adjust in Swedish
adjust in Turkish
adjust in Vietnamese
adjust in Chinese