German Dutch Dictionary

Deutsch

-

Nederlands, Vlaams

stark in Dutch:

1. sterke

Iedereen heeft sterke en zwakke punten.

Er staat een sterke wind en ik kan niet snel gaan.

Er stak een sterke wind op.

Zij is een vrouw met een sterke persoonlijkheid.

Latijn is een taal met sterke flexie.

Ik heb lef en een sterke wil.

Ze heeft een sterke persoonlijkheid.

related words

schlank in Dutch
dick in Dutch
trocken in Dutch
schwach in Dutch
schnell in Dutch
sauber in Dutch
schmutzig in Dutch
langsam in Dutch
hässlich in Dutch
klein in Dutch

other words beginning with "S"

stadt in Dutch
stammen in Dutch
stand in Dutch
starten in Dutch
station in Dutch
statt in Dutch

A
Ä
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
Ö
P
Q
R
S
T
U
Ü
V
W
Z